zondag 1 juni 2014

Gejaagd door een pad en meer

Wat vooraf ging.
Na een zoektochtje naar de where-abouts van Sinterklaas en wat andere perikelen troffen de HH elkaar in een avonduur in de buurt van 16 hoven. Aangezien de asbakbrand de mond was gesnoerd door twee kordate mannen en hun even kordate kleine emmertjes water, kon de aftocht worden geblazen. Het overhandigde geschenk zou HF later onthullen. Een luttel aantal uren later, laten we voor het gemak zeggen 34, trof HF HH wederom aan. De plek was ten huize van de laatstgenoemde. De aanleiding was een afspraak en het doel een gezamelijke  wandeling. HF had, middels nieuwe cartridges en een printer, een, op een paar kleine vlekjes na, prachtige route afgedrukt. Welke? Groene Wissel numero 49. Het beloofde een mooie dag te worden, dus de HH hadden beiden afritsbroeken aangedaan. Al keuvelend reden de HH en bracht de Citroën hen naar het station van Bunnik. Het zal u verbazen dat er een schoending gebeurde en nu het uitpakken der fotoapparatuur kon het geheel van start gaan. Zodoende.
 Al snel werd duidelijk dat de huizen zo aan het begin van de wandeling het nodige aan achterstallig onderhoud bezaten. Zelfs levensgevaarlijke kuilen naar de voordeur laat men hoofdzakelijk voor wat het is. De poes begroette HH met veel honneurs, maar een nies der heer werd niet in dank afgenomen. We waren nog maar net iets verder en reeds werd ons ook nog eens een achterwerk toegedraaid. De eigenaresse daarvan schroomde niet om daarna ons nog enigszins zeeziek te maken met het eerder genoemde voorwerp. Maar ja, eenmaal op de Dorpsstraat aangekomen, zag alles er anders uit. We lieten de markt (en de kerk) links liggen, schrokken niet van het getoonde wapen van Bunnik en voor we het goed en wel in de gaten hadden liepen we op het jaagpad van de Kromme Rijn. In het groen groen groen groen grassegrasseland daar zaten drie haasjes (of konijntjes zoals sommigen zeggen) heel parmant. Maar van enig muzikaal talent deed men geen blijk. Jammer, maar ach. Voor de HH volgden bij viaducten een aantal bukkingen, zodat het ontstaan van de naam Bunnik ons inziens een verbastering daarvan moet zijn. Hans zette zijn fiets aan de kant, zodat de HH vrije doortocht hadden. Zelfs het ego van HF kon er nu gemakkelijk langs. Lekker wandelend langs de Kromme Rijn naar en langs Odijk. Dat was vooralsnog de bedoeling. Eigen inbreng in het geheel en dus aanpassing van de route moest na zoveel tijd ook maar weer eens gebeuren. Dat leverde, naast een stukje over de Rijnseweg en de Langbroekerdijk, de volgende uitspraken van plaatselijk aanwezige personen op:
Persoon 1: Dat weet ik niet;
Persoon 2: Dat kan wel, maar dan ga je over privéterrein en dat is niet de bedoeling.
We zullen u niet vermoeien met de onze vraag waarop de antwoorden werden gegeven. Uiteindelijk namen we een eigen heft in eigen handen en kozen ons eigen pad naar Kasteel Beverweert. Moest prachtig zijn volgens de routebeschrijving. En de HH houden best van prachtig. Maar men dient rekening te houden met subjectiviteit van zo'n woord. Over het Klompenpad naar Broekbergen; wie wil dat niet? Nou de HH zeker wel en daar zag HH een Citroën, waarvan hij een vermoeden had, dat deze in een ver verleden hem en zijn gezin als vervoermiddel diende. Om enigszins van de opgedane emoties bij te kunnen komen, streken de HH daarna neer op een bankje en nuttigden gezonde boterhammen en verkwikkend water. Klaargestoomd traden we de grenzen van Driebergen binnen. Het hondje trok aan de lijn en blijkbaar werd het dier door ons aangetrokken. Beide dingen vielen samen. Ja, de HH maken best nog wel eens wat mee. In Driebergen  zagen we behoorlijk wat bekende plekken, maar het terras vanaf waar je zicht kunt hebben op meneer pastoor en andere personen in jurken, deden we niet aan. In plaats daarvan een stuk door park Sparrendaal met onder andere de Eendenplas en een gevangengehouden boom. HF wenstte in het park nogmaals een eigen inbreng te doen, maar HH hield streng maar rechtvaardig de teugels in handen en bracht alles weer op het rechte spoor.


Volgens planning onder de snelweg door en voor het spoor linksaf, waar iemand zijn hek open en dicht deed. Nu was er weer sprake van herkenning onzerzijds. Over het spoor en de Koeburgweg op. Bij de sportvelden  bleek weer eens dat iemand over ons geklikt heeft. De jongen met de bosmaaier wist ons te duiden als heren die een stukje aan het wandelen waren. De HH zijn nu op zoek naar maatregelen, zodat men ons niet meer kan verraden. Heeft u wellicht handige tips daarvoor? Hoe dan ook, het kunstgras was niet gegroeid, dus de jongen had een makkelijke dag. Enigszins geschrokken liepen we verder, want we zouden nog een stuk van het landgoed van meneer Wibi S. te zien krijgen. Vóór die tijd kregen we nog een drinkmoment, een mevrouw zonder armen op de fiets, een meneer met 1 hand te weinig en twee hihi-meisjes met een hond. Wat later bij het golfterrein deden we met een wat oudere dame over en weer galantje spelen en deed het jaagpad zich weer voor. In Buk ik zelf was de markt inmiddels opgedoekt en lieten we desgevraagd de vluchtweg vrij. Even zou men gedacht kunnen hebben, dat wij onderdeel uitmaakten van een groter wandelgezelschap, maar waar wij stopten bij de auto, ging de rest nog lekker even door naar het treinstation.


 Na een sprongetje in de tijd daalden we met ietwat moeilijke voeten neer op het terras van de wel eens eerder door ons bezochte horecagelegenheid in Capelle. Daar genoten we van zon, de nazit in z'n geheel en de bijkomstige Bob-bitterballen met bijgeleverde Chouffen en witbieren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten